Ganzeneieren, kampvuur en wassen in de rivier- hoe idyllisch !

7 juni 2014 - Ulaanbaatar, Mongolië


Wat een dag was het vandaag! Geweldig! We hebben al met al een kilometer of 60 afgelegd, waarvan een deel door Ulan Baataar. We worden er steeds beter in; het fietsen tussen dat mega drukke verkeer. En als we moeten wachten voor een langzaam verkeerslicht pakken we de stoep. Met behulp van kaart, Mongolen en een heel mager beetje eigen richtingsgevoel (heel tricky want dat zit er vaak naast ;)) komen we de stad uit (gebed zonder ende) en rijden op de weg richting Beijing.

Het eerste stuk bij de stad heeft een goed wegdek. Daarna wordt het minder; betonnen platen met heel veel gaten, scheuren en losse stenen. We hobbelen en stuiteren als een malle. In de schaduw van een benzinestation eten we een broodje en zetten de spot aan zodat jullie geografisch kunnen zien waar we uithangen. Wat een supergaaf ding is dat! Bedankt E en V!

Na een tijd rijden zien we heel in de verte rechts van ons een ger kamp, hoog in de heuvels. Ook glinstert er iets; het lijkt wel een riviertje! We gaan via het talud van de weg af, onder het spoor door waar de transsiberie express overheen rijdt en na een tijdje zien we inderdaad een stromende heldere rivier.. Oh hemelen! We scheuren ons hotelhanddoekje in stukken en wassen onszelf. Zo lekker koud dat water.. We wassen meteen met het blok marseillezeep onze kleren. Ideaal spul omdat het bio afbreekbaar is en niet slecht voor je huid ook.

We besluiten naar het gerkamp te fietsen en als ze water hebben (vast wel natuurlijk) daar ons tentje op te zetten voor de nacht. Het ligt veeel verder weg dan het leek (fata morgana idee) en is ook echt hoog gelegen. Het kost moeite om door het losse grind omhoog te peddelen zo in de volle hete zon en met al aardig wat kilometers in de benen. Eenmaal boven wisselen we een paar woorden met een man daar en hij laat zien dat we een (heel klein leuk) huisje kunnen betrekken voor de nacht. 

Het blijkt een soort (uitgestorven!) vakantiekampje voor Mongolen te zijn. In ons huisje komt hij voor ons hongerige peddelaars koken. We proberen nog uit te leggen dat dat echt niet hoeft; dat we onze eigen brander bij ons hebben en een hoop pakken noedels. Maar hij is niet te vermurwen en sluit een elektrische kookplaat aan op een klein tafeltje in het minihuis. De vonken spatten uit het contact.

Hij heeft net een ganzenei geraapt zagen we en maakt nu een heerlijk ommelet met zout en ui erin. Feitelijk zijn dat twee van de weinige smaakmakers die de Mongolen in hun eten gebruiken. 'Het is toch zonde om allemaal specerijen toe te voegen? Dan proef je toch verder helemaal niet meer wat je eet?' legde iemand uit Ulaan Bataar ons laatst uit. Ze houden van de originele smaak van vlees en groenten. 

Na het broodje ganzenbroedsel zitten we nog heerlijk in de laatste straaltjes zon, midden in de heuvels en bij een vuurtje. Zo gaaf dat we nu ineens weer hier zitten.. Het is zo ongelooflijk mooi hier.. Bijna nep, zo groen is het.

We slapen heerlijk in een normaal bed. De lucht is fris en we horen niet -zoals de afgelopen nachten- allemaal trucks voorbij denderen. De arbeidsgeest van de Mongolen lijkt onvermoeibaar; lange dagen maken ze, waaraan soms avond en nacht worden toegevoegd. En ook de vrouwen staan in werkoveralls op de steigers. Mannen maken met een betonmolen cement en zij stuccen de muren. 

De volgende ochtend krijgen we een enorm bord noedelsoep met vlees en groenten; goed voer om kilometers op af te leggen. We herpakken onze spullen en laden de fietsen vol. Met een grote fles water wassen we samen Chiels haar. Echt grappig hoe basic nu alles is. We zijn ook blij met elke gram afval die we ergens achterlaten. 'Kijk, dat gaat allemaal niet mee onderweg!' zeg ik triomfantelijk als ik weer eens een vuilzakje weeg. Steeds lichter reizen, echt onze sport van dit moment.

Tot slot hangen we nog een glanzende blauwe gebedsshawl om een Mongoolse religieuze offerplaats. Als je hier iets offert helpt dat voor een behouden reis. Dan gaan we weer onderweg!