Na regen...

5 december 2014 - Tuy Phong District, Vietnam

Zoals ieder tij keert, verandert op den duur ook het weer; een kwestie van tijd. Al drie dagen achtereen schijnt nu met volle kracht (kalibertje factor vijftig) de zon en we genieten immens van het rondpeddelen op de veelal kleine wegen. Door kleine dorpjes met enthousiast groetende bewoners, rondscharrelende grote zwarte geiten, lome rode koeien en ontieglijk lelijke kippen. Het zijn echt een soort vreemde dinosauriërs, die bij leven al van hun halve verenkleed ontdaan zijn. Chiel denkt dat ze met dat halve verenjasje leven vanwege de hitte hier. 

Half harde banden
Soms is de 'terrorweg' zoals we de snelweg zijn gaan noemen, onvermijdelijk, maar gelukkig rijden we er niet elke dag. Op een dag waan ik me zelfs weer even in Mongolië als we 25 kilometer van onze route onder een heftig brandende zon door mul zand rijden. Mijn moeder, die me logischerwijze langer kent dan vandaag, zegt daarover: 'Oh dat zie ik al helemaal voor me. Vloekend en tierend door dat zand zeker?' Haha, klopt.. Ik ben er gewoon géén fan van om iedere twee meter uit mijn ligfiets te klimmen en het zware gevaarte een paar meter uit het zand te duwen om vol goede moed op te stappen voor de volgende twee rijdbare meters. Nee, dan lóóp ik liever een stukje. Het helpt trouwens wel heel erg als we de banden een beetje leeg laten lopen: met veel meer draagvlak kom je een stuk verder, fietsend door het zand. Dus fietsend weer verder. 

Mooi
We zien deze hele tocht richting HCM de mooiste natuur om ons heen; rode heuvels, helwitte zandduinen die als een mini sahara naast een groot meer liggen, gave steile bergweggetjes rakelings langs de blauwe zee, eindeloos veel al of niet ondergelopen rijstvelden, ossen, rotseilandjes in zee.. Vietnam is echt een heel mooi land. Inmiddels hebben we in totaal ruim 8000 kilometer gereden en we zijn bijna in Ho Chi Minh; nog een dag of twee fietsen. 

Chill
Maar we doen het heel rustig aan: als het ergens leuk is, blijven we er een extra dagje om van het strand te genieten. In de ochtend gaan we vaak naar de markt om héél veel fruit te kopen: passiefruit, mango's, papaya en de enorme jackfruit (nangka). Dat is de grootste vrucht die ik ooit gezien heb: een groen gevaarte van meer dan een halve meter (kunnen zelfs een meter worden), waar ze dan een stuk vanaf choppen voor je. We kopen een kwart van een kleine jackfruit en dit stuk is al ruim vier kilo. Uit de binnenkant moet je een stuk kern wegsnijden en dan kun je de vruchten eruit halen. Jack is een heel defensieve jongen, die zijn biologische missie vast vaak succesvol aflegt; hij heeft zoveel barrières opgeworpen om te voorkomen dat de pitten verloren gaan: de pit zit in een vrucht, die met tig vruchtdraden vastzit aan de schil. Dan is er ook nog een enorme zooi lijm die je met zeep niet van je handen of het mes afwast. Van een behulpzame hoteleigenaar krijgen we een jerrycan thinner aangereikt als hij ziet wat we in de keuken aan het villen zijn.. Lief!

Verder drinken we rode Vietnamese wijn (best te doen) en kijken de film 'The power of the heart', waarin wijze mensen zoals Maya Angelou, Eckhart Tolle en Isabel Allende vertellen over de figuurlijke vermogens van onze harten. Leuk om te zien en best nuttig na de encounters met de mafkezen van de weg. Gelukkig blijven die dingen al steeds minder lang bij ons hangen. We verleggen (nadat we uitgefoeterd zijn) onze focus naar alles wat wél werkt en dan ben je snel genoeg weer in je 'geniet-modus.' 

Foto’s